Lucas 12,33-48

 


33
Verkoop wat jullie bezitten en geef aalmoezen;
maak voor jezelf geldbuidels die niet verouderen –
een onuitputtelijke schat in de hemelen,
waar een dief niet bij kan
en die geen mot aanvreet;
34
want waar jullie schat is,
daar zal ook jullie hart zijn.
 
35
Laten je lendenen omgord zijn
en de lampen brandend
36
en wees als mensen die hun heer verwachten
wanneer hij opbreekt van de bruiloft,
opdat als hij komt en aanklopt,
ze hem direct opendoen.
37
Gelukkig die knechten die de heer –
als hij komt – wakend zal vinden;
ja, ik zeg jullie:
hij zal ze omgorden en doen aanliggen,
en hij komt hen bedienen!
38
En als hij in de tweede
of ook in de derde nachtwake komt
en hen zó vindt: gelukkig zijn zij!
 
39
Dit moeten jullie weten:
als de huisheer wist op welk uur de dief kwam,
zou hij zijn huis niet hebben laten doorgraven!
40
Ook jullie moeten klaarstaan,
want op een uur dat je ’t niet verwacht
komt de mensenzoon.
 
41
Petrus zei: Heer,
spreekt u die gelijkenis tot ons, of tot allen?
42
En de Heer zei:
wie toch is de trouwe en verstandige rentmeester,
die de heer zal aanstellen over zijn dienstpersoneel
om hen op tijd ’t proviand te geven?
43
Gelukkig de knecht,
die de Heer bij zijn komst vindt, aldus doende.
44
Waarlijk, ik zeg jullie:
hij zal hem aanstellen over al wat hij bezit.
45
Maar als die dienaar in z’n hart zegt:
mijn heer draalt te komen,
en hij begint de knechten en de meiden te slaan
en te eten en te drinken zodat hij dronken wordt –
46
dan komt de heer van die knecht
op een onverwachte dag en een ongeweten uur;
dan zal hij hem in tweeën hakken
en hem zijn deel doen hebben met de trouwelozen.
47
Die dienstknecht, die de wil van zijn heer kent
en zich niet voorbereidt en niet doet naar diens wil,
die zal veel slaag krijgen.
48
Maar wie [die wil] niet kent
en doet wat strafwaardig is,
die krijgt weinig slaag.
Aan wie veel werd gegeven –
van hem zal veel worden verlangd;
en aan wie veel werd toevertrouwd –
des te meer zal van hem worden gevraagd.
 
Scroll naar boven