2 Samuël 14,1-24
- Vertaling: Joep Dubbink
- voor 10 maart 2013: 4e van de 40 dagen (C-jaar)
- uit 2 Samuël: 2 Samuël 14,1-24
Noten
-
Vertaling met gebruikmaking van een vertaling van Tom Naastepad, maar teveel gewijzigd om nog voor een bewerking daarvan te kunnen doorgaan.↩︎
-
Naastepad ‘bekende’ kan natuurlijk niet; ontdekken, beseffen, vgl. vs. 22.↩︎
-
Lett. naar dit woord. Dabar wordt in dit hoofdstuk veel gebruikt voor ‘woord’ en ‘zaak’ en is niet steeds weer te geven, zeker niet door hetzelfde woord.↩︎
-
Lett. ‘bevrijd!’, maar dat kan in het Nederlands niet op deze manier.↩︎
-
Naastepad oorspronkelijk: ‘wat is u?’ Dat is geen vertaling, want geen Nederlands, of slecht Nederlands voor ‘wat bent u?’ wat niet bedoeld is.↩︎
-
De consonanten zijn hetzelfde als van ‘rouwen’, maar ik zie geen mogelijkheid dit woordspel weer te geven.↩︎
-
‘Weduwvrouw’ (Naastepad) is Tale Kana’ns, behalve misschien in Zeeland. In het vervolg geef ik dit soort wijzigingen niet meer aan, het zijn er teveel.↩︎
-
Exegetische interessant. Buber: ‘Auch den Erben noch!’; hij beschouwt de woorden niet meer als directe rede van de zelfbenoemde bloedwrekers maar als commentaar van de vrouw, echter tegen de accenten in. Met Willibrord en NBV vat ik het op als een onthulling van hun eigenlijke motieven: ‘we willen ook de erfgenaam doden (dus valt het erfdeel aan de familie toe)’. Verondersteld wordt niet dat ze dat ook werkelijk gezegd hebben, dit is een gebruikelijke manier om intenties weer te geven. ↩︎
-
Lastig: ‘op het aangezicht van de akkergrond’ is niet houdbaar, wie ‘op aarde’ vertaalt denkt eerder aan ‘eretz maar er staat ‘adama. M.i. is gedacht aan het voortzetten van het bestaan op het eigen stuk (akker)grond. ↩︎
-
De woorden zijn niet moeilijk, de uitleg wel. NBV e.a. vatten het zo op, dat de vrouw klaagt dat zij de schuld zal krijgen van ingrijpen van de koning, en de koning vrijuit zal gaan. Het lijkt anders te zitten: naqi moet wel echt ‘onschuldig’ zijn, niet ‘wordt voor onschuldig gehouden’. Mijn voorstel: David aarzelt. Hij beseft dat de bloedwrekers ingrijpen van de koning in een familiekwestie niet zullen accepteren, en/of hij vreest God, wiens gebod tot bloedwraak (Ex. 21:12) hij zou moeten dwarsbomen. De vrouw doorziet dat en bezweert de koning dat hij vrijuit zal gaan en de mogelijke schuld bij haar ligt. Pas na die exegetische beslissing is een goede vertaling mogelijk.↩︎
-
Lett. een zelfvervloeking: ‘als er toch een haar van hem ter aarde valt (dan moge mij dit of dat overkomen)’. In rond Nederlands ‘ik mag doodvallen als” maar verder niet meer begrijpelijk, daarom is hier gekozen voor een dynamisch-equivalente vertaling, ook wat betreft ‘een haar krenken’. ↩︎
-
Ook te overwegen is Willibrord: ‘Maar zolang God het leven niet wegneemt,” ↩︎
-
Lett. ‘het woord’ doen’, maar dat is niet helder. Vgl. ook vs. 21. Let overigens op de overgang van sjifcha naar ‘amma, nog nederiger. ↩︎
-
Perfectum als ‘performatorisch’ opgevat: een woord van de koning is een handeling.↩︎