Johannes 6,1-15

 


Van 5 broden en 2 vissen voedsel voor alle mensen

1
Hierna1 vertrok Jezus naar de overkant
van de zee van Galilea, ofwel van Tiberias.2
2
Hem volgde een talrijke menigte
omdat zij de tekenen zagen3
die hij deed bij de zieken/zwakken.
3
Jezus echter ging de berg op,
daar ging hij zitten met zijn leerlingen.
4
Pesach was nabij/Bijna was het Pesach, het feest van de Joden/Judeërs.4
5
Toen Jezus zijn ogen dan opsloeg,
zag hij met verbazing/aanschouwde hij
dat er veel volk/grote massa/talrijke schare naar hem kwam/komt;
hij zei/zegt tot Filippus:
Waar moeten wij [zoveel] broden/brood kopen,
opdat/zodat zij hier te eten hebben?5
6
Hij zei dat om hem op de proef te stellen6
want hij wist wat hij ging doen.
7
Filippus antwoordde hem:
Voor tweehonderd dinariën aan broden/brood is niet voldoende voor hen,
wil ieder zelfs maar een klein stukje krijgen.
8
Een van zijn7 leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei tegen hem:
9
Hier is een jongetje met vijf gerstebroden en twee visjes,
maar wat is dat voor zovelen?8
10
Jezus zei:
Laat de mensen maar eens gaan aanliggen9
Er was een groot grasveld/veel groen op die plaats.
Zij gingen daar aanliggen,
de mannen waren in aantal zo’n vijfduizend.
11
Toen nam Jezus de broden,
dankte en gaf ze door/verdeelde ze
aan wie er aanlagen,10
en zo ook van de visjes zoveel ze wilden.
12
Toen zij vervuld waren,11
zei hij tot zijn leerlingen:
Verzamel de overgebleven brokken12
om niets verloren te laten gaan.
13
Zij verzamelden die
en vulden twaalf manden met brokken van de vijf gerstebroden
die overgebleven waren,
nadat ze gegeten hadden.
14
Toen de mensen het teken zagen
dat hij gedaan had,
zeiden ze:
Hij is echt de profeet die in de wereld komt.
15
Jezus begreep
dat zij van plan waren te komen en hem te ontvoeren/mee te sleuren
om hem tot koning te maken,13
en hij week uit, opnieuw/weer,14
naar de berg, hij, alleen.
 

Noten

  1. Na het meelezen van Leen de Ronde verander ik hier en daar iets.↩︎

  2. Bij NBV: Meer van Tiberias, ook wel het Meer van Tiberias genoemd. Zie Het luistert nauw, 249-250: Johannes weet goed dat het een meer is, maar schrijft toch zee. Met Pesach op handen wil hij de gestalte van Mozes oproepen, die zijn volk voorging door de zee naar het veelbelovende land. Jezus als een tweede Mozes moet vanuit de eerste Mozes verstaan worden.↩︎

  3. NBV: ‘gezien hadden’ of door impf. ‘(steeds) zagen’?↩︎

  4. NBV: kort voor het joodse Pesachfeest.↩︎

  5. NBV: om deze mensen te eten te geven?↩︎

  6. Of: Door dat te zeggen stelde hij hem op de proef, zoals NB?↩︎

  7. NBV: de↩︎

  8. NBV: Er is hier wel … maar wat hebben we daaraan voor ..?↩︎

  9. aanliggen zowel hier voor anapesein als voor anakeimenois in vs 11.↩︎

  10. NBV: die daar zaten↩︎

  11. met NB; NBV: Toen iedereen volop gegeten had; mogelijk is ook “voldaan, verzadigd”, Leen de Ronde.↩︎

  12. NBV: + brood?↩︎

  13. NBV: wilden dwingen om mee te gaan en hem dan tot koning zouden uitroepen↩︎

  14. NBV: Daarom trok hij zich terug ..; palin ontbreekt?↩︎

Scroll naar boven