Jesaja 48,17-21
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 6 november 2011: 8e van de herfst (A-jaar)
- uit Jesaja: Jesaja 48,17-21
Noten
-
Vs 17 go’el, (vlg g-’-l in vs 20, qatal: performatorisch) wordt in DJ naam voor JHWH (17x!); stamt uit het familierecht (vgl. Ruth), dus nadruk op verwantschap. De stam p-d-h duidt op loskoop uit slavernij en dood (DJ: uittocht 50,2; 51,11), de stam g-‘-l gebruikt DJ voor de terugkeer uit de ballingschap (vgl Beuken Jesaja 2a, POT, blz. 81v.): losmaken uit vreemd be-heer op grond van eerdere verbondenheid. De stam j-sj-‘ hif. (DJ zie concordantie en met name 49,26) is à la Buber/Rosenzweig ook hier het best weer te geven met bevrijden, en n-ts-l hif. (DJ zie concor-dantie, in het bijzonder 43,13) met redden. Concordante vertaling van deze woorden binnen DJ is niet onbelangrijk voor het begrip. In de NBV gebeurt dat niet. In vs 17 bijv: bevrijder.↩︎
-
Chiasme ↩︎
-
chol is altijd het zand aan de zee ↩︎
-
Voortspruiten (uit je lendenen) vgl vers 1 ↩︎
-
Slaat op zera’, Hebr sing. Vertaald met nazaten, dus in de vertaling meervoud ↩︎
-
Om het meervoud te beklemtonen. ( 17-19 tweede persoon enkelvoud; 20vv tweede persoon meervoud) ↩︎