Amos 8,4-7
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 19 september 2010: 1e van de herfst (C-jaar)
- uit Amos: Amos 8,4-7
Knoeien met geld en mensen
4 Hoor dít
jullie die de behoeftige te pakken nemen
die er op uit bent een eind te maken aan de gebukten1 in het land
5 die zeggen:
Wanneer is [de feestdag van] Nieuwe Maan voorbij
zodat we weer graan [op de graanmarkt] kunnen verhandelen
of de sabbat
zodat we weer kunnen openen voor koren[-verkoop]:
de efa-maat verkleinen
het sikkelgewicht vergroten
en de bedrogweegschaal frauduleus inzetten
6 de armen om geldschuld2 opkopen
de behoeftige vanwege een paar sandalen
– korenafval3 verhandelen we mee!
7 JHWH zweert bij de hoogmoed van Jakob:
Nee, ik zal niet op den duur hun daden vergeten!
8 Moet híerom de aarde niet sidderen
en treuren al wie er op woont?
Noten
1: ‘Gebukten’: volgens de Naardense Bijbel. Dubbelzinnig: de met harde hand neergebogenen (vgl Buber, Gebeugten*) zijn ook de neergebogenen voor God (vgl Lexicon en Concordantie: `aniy > `-n-h)
2: Aldus terecht de Naardense Bijbel
(3): In deze betekenis hapax leg. [mappal > n-f-l ]