Amos 6,1-10
- Vertaling: Karel Deurloo
- voor 26 september 2010: 2e van de herfst (C-jaar)
- uit Amos: Amos 6,1-10
Noten
-
Algemeen: de NBV ’51, en nog sterker de NBV, gaan vrij om met tweede en derde persoon in de grondtekst. Hapax legomena en unieke uitdrukkingen kunnen de fantasie van de vertaler prikkelen. Dat kan ook te sterk gebeuren zoals in de NBV.↩︎
-
Ook volgens het parallellisme moeten bedoeld zijn noordelijk Israël en Zuidelijk Juda [itt. NBV].↩︎
-
n-d-d, hapax leg. De betekenis ervan wordt opgemaakt uit het antithetische woord n-g-sj in de volgende zin.↩︎
-
y-sj-b, gezeten zijn: als heerser op de troon.↩︎
-
‘al piy wordt door de mas. tekst verbonden met harp. Vandaar, met Buber: de klank van…↩︎
-
‘bekreunen’ nif ch-l-h, zich ziek maken, vgl. Jer. 12,19.↩︎
-
Verbreking = het kapot maken ( vgl bv Jer. 8,21; 4,20) van ‘Jozef’, het [gewone] volk van noordelijk Israël.↩︎
-
‘geblèr’, alleen nog in Jer. 16,5.↩︎
-
Woningen met verdieping [voor bemiddelden]. ‘Paleizen, bol-werken, of woontorens’ wekken verkeerde associaties.↩︎
-
dod, familielid van vaderszijde die de plicht tot lijkverbranding heeft (vgl. Lexicon).↩︎
-
Slot: cryptisch en suggestief! De laatste regel zou kunnen beduiden: Spreek geen groet waarin de Gods-naam voorkomt: Dominus tecum.↩︎