Marcus 8,27-38
- Vertaling: Rochus Zuurmond
- voor 6 september 2009: 12e van de zomer (B-jaar)
- uit Marcus: Marcus 8,27-38
Jij bent de gezalfde
In reactie op de uitroep van Petrus “Jij bent de gezalfde”, vertelt Jezus dat ‘de mensenzoon’ veel moet lijden.
Noten
-
letterlijk: uittrekken↩︎
-
Keizerstad↩︎
-
zoon van Herodes↩︎
-
imperfectum. Hetzelfde vragen als in Mar. 8:23↩︎
-
wederom imperfectum↩︎
-
NBG: Christus, NBV: Messias. Het woord Christus valt hier voor het eerst na Markus’ aanhef in Mar. 1:1, verderop nog 3x door Jezus zelf, door de hogepriester aan Jezus en tenslotte door de spotters bij het kruis↩︎
-
NB: ‘op het hart binden’, NBV: ‘ten strengste verbieden’. Het gaat om een dringend persoonlijk appèl gericht op inperking. Zie ook Mar. 1:25, Mar. 3:12, Mar. 4:39, Mar. 9:25, Mar. 10:13,48. In deze pericoop komt het woord drie keer voor (vs 30, 32, 33). Een concordante vertaling lijkt me wenselijk, maar is in de praktijk erg lastig.↩︎
-
parafraserend: hem in het openbaar niet zo te noemen.↩︎
-
imperfectum↩︎
-
zie vs. 30↩︎
-
Richtsje Abma in Woord en Dienst 2009/9, pag. 6↩︎
-
dingen. De NBV vertaalt hier vrijer, maar m.i. niet onterecht: wat God wil vs. wat mensen willen.↩︎
-
het gaat om het ontkennen van een relatie. Een belangrijk werkwoord in Mar. 14↩︎
-
niet in de zin van zieleheil, maar in de zin van geweten, levenskracht — er valt dus veel te zeggen voor de NBV: ‘leven’↩︎
-
subjunctief↩︎