Matteüs 13,44-52
- Vertaling: Jaap Goorhuis
- voor 27 juli 2008: 6e van de zomer (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 13,44-52
Koninkrijk der hemelen
44
Met het koninkrijk der hemelen is het als met een schat die verborgen ligt in de akker:
iemand vindt hem en verstopt hem en vol vreugde daarover gaat hij weg,
verkoopt alles wat hij heeft en koopt dan die akker.
45
Ook is het met het koninkrijk der hemelen als met een koopman
die mooie parels zoekt.
46
Vindt hij een parel die heel kostbaar is,
dan gaat hij heen,
maakt alles wat hij bezit te gelde en koopt hem.
47
Ook is het met het koninkrijk der hemelen als met een sleepnet,
dat in de zee geworpen is en dat van alles en nog wat samenbrengt.
48
Wanneer het vol is, trekt men het op het strand,
men gaat zitten en verzamelt wat bruikbaar is in bakken
en de rommel gooit men weg.
49
Zo zal het zijn wanneer dit tijdperk ten einde is:
de engelen zullen uitgaan en zij zullen de slechten afzonderen van de rechtvaardigen
50
en hen in de vuuroven werpen.
Daar zal het geween zijn en het geknars der tanden.
51
Begrijpen jullie dat alles?
En zij zeiden tegen hem:
jazeker!
52
Hij zei tegen hen:
daarom: met iedere schriftgeleerde,
die een leerling geworden is van het koninkrijk der hemelen,
is het als met als een huismeester die uit zijn vooraadkamer nieuwe en oude dingen te voorschijn haalt.